Op 12 februari bezocht minister-president Jan Jambon Hongarije en daar had hij een ontmoeting met premier Viktor Orbán. Maar dat bezoek stuitte op kritiek van sommige oppositiepartijen. Zij bestempelden het bezoek aan Orban als een fout signaal. “Als ik ergens in een land kom, zal ik een inspanning doen om het hoogste gezag in dat land te ontmoeten. Dat heb ik in China gedaan, evenals in andere landen”, reageert de minister-president. “Dat wil absoluut niet zeggen dat ik het eens ben met de politieke lijn van de persoon of het land in kwestie”.

Afgelopen jaren heeft de regering van premier Viktor Orbán via nieuwe wetten en regels de rechterlijke macht ingeperkt, de vrije meningsuiting onderdrukt en een streng asielbeleid gevoerd. Het bezoek van minister-president Jan Jambon (N-VA) aan de Hongaarse premier deed dan ook heel wat wenkbrauwen fronsen bij oppositiepartijen sp.a, Groen en PVDA. Vorige week woensdag probeerde sp.a nog via een spoedresolutie de minister-president te dwingen om over de democratie en de rechtstaat te praten bij Viktor Orban. “Wij gaan nooit lichtzinnig gaan over dergelijke bezoeken. Ik denk dat dat ook de taak is van een parlement om daarover te waken”, zegt Annick Lambrecht (sp.a). “Mocht Hongarije vandaag kandidaat-lidstaat van de EU zijn, dan zou het zeker en vast niet aanvaard worden”.