Het aantal leerlingen in het buitengewoon onderwijs blijft maar groeien: van 47.000 naar 52.000 op drie jaar tijd. Uit een recente Pano-reportage van de VRT bleek onder meer dat in Vlaanderen kinderen met een beperking te vaak in het buitengewoon onderwijs belanden. Veel vaker dan in andere Europese landen, alleszins. In Studio Vlaams Parlement praat journalist Marc Van de Looverbosch samen met Vlaams volksvertegenwoordiger Kathleen Krekels (N-VA) over de nooit aflatende problemen van het buitengewoon onderwijs: overal zijn er te weinig plaatsen.
Het aantal kleutertjes die naar het buitengewoon onderwijs gaan, is de afgelopen vijf jaar met vijftig procent gestegen. Onze steeds veeleisendere maatschappij zou volgens Vlaams volksvertegenwoordiger Kathleen Krekels (N-VA) een van de belangrijkste oorzaken zijn. “Onze kleuters moeten altijd meer en sneller leren. De ontwikkelingsdoelen in het kleuteronderwijs moeten ook bereikt worden. Het kleuteronderwijs is een voorbereiding op de lagere school. Dus ook ons kleuteronderwijs kan niet vrijblijvend zijn, we moeten daar bepaalde zaken kunnen eisen.”
Onvoldoende plaatsen
Met de toenemende inschrijvingen in het buitengewoon onderwijs wordt het capaciteitsprobleem steeds meer zichtbaarder. Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) heeft tijdens de lopende periode 5000 extra plaatsen gecreëerd, maar de druk blijft groot. “De minister trekt 35 miljoen euro uit om 20 projecten te realiseren die vanaf volgend jaar samen meer dan 1.000 structurele extra plaatsen realiseren in het buitengewoon onderwijs. Maar het blijft moeilijk om vraag en aanbod in evenwicht te houden. We doen ons uiterste beste om elk kind een plaats in het buitengewoon onderwijs te geven”, zegt Krekels.
Slechtste van de klas
Volgens waarnemers wil Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) eerder het buitengewoon onderwijs versterken in plaats van meer in te zetten op inclusief onderwijs. Is België daarom de slechtste van de klas in Europa als het gaat over inclusief onderwijs? “In Scandinavische landen werken ze vaak met aparte klassen. Alle leerlingen zitten samen op de campus, maar er zijn wel aparte klassen. Maar we moeten hier zeker lessen uit trekken”, kaart Krekels aan.