Nemen minister of parlementsleden ooit wel het openbaar vervoer? Dat is de pertinente vraag die Vlaams volksvertegenwoordiger Jos D’Haese (PVDA) zich stelt wanneer hij naar de vervoersplannen van De Lijn kijkt. Hoe is het zover kunnen komen, vraagt journalist Marc Van de Looverbosch aan D’Haese.
Als de Vlaamse overheid klachten krijgt, gaat het vaak over openbaarvervoermaatschappij De Lijn, over de bussen en trams die te laat of helemaal niet komen. Een hervorming was aan de orde en het decreet ‘Basisbereikbaarheid’ werd in het leven geroepen. Hierbij worden bussen geconcentreerd op lijnen met grote vraag. Gevolg? Op 6 januari zullen er meer dan 3000 bushaltes verdwijnen. “Het principe van basismobiliteit, destijds ingevoerd door Steve Stevaert, vertrok van het juiste principe: aanbod creëren om zo nieuwe mensen op het openbaar vervoer krijgen. Maar het plan basisbereikbaarheid gaat uit van vraaggestuurd aanbod: enkel daar waar mensen de bus nemen, zal men nog bussen inzetten. Dan laat je heel veel mensen in de steek”, legt Vlaams volksvertegenwoordiger Jos D’Haese (PVDA) in Studio Vlaams Parlement uit.
De Lijn doet dat omdat er veel te veel lege bussen rondrijden. Op deze manier wil de vervoersmaatschappij kosten besparen. Zo werden in 2019 de driehonderd Vlaamse steden en gemeenten opgedeeld in vijftien vervoerregio’s. Binnen deze vervoerregio’s zitten de lokale besturen mee aan het stuur om de mobiliteitsuitdagingen in de omgeving aan te pakken. De lokale besturen werden dus betrokken bij de plannen van De Lijn. “In theorie wel maar in de praktijk ziet er helemaal anders uit”, klinkt het bij D’Haese. “Een gewone sterveling kan niet uit aan deze plannen. Dat is complexe materie. Veel mobiliteitsschepenen schrikken nu de theoretische plannen werkelijkheid worden.” D’Haese ziet de toekomst niet rooskleurig. “We gaan naar Nederlandse toestanden: besparen om te privatiseren. Zorgen dat het niet werkt, zodat het aan de privé kan gegeven worden. Gevolg: peperduur openbaar vervoer in de grote steden en daarbuiten niets meer.”