Studenten die aan een lerarenopleiding willen beginnen moeten een zogenaamde starttoets afleggen. Wie een onvoldoende haalt, moet een remediëringscursus volgen. Wat blijkt nu? Bij de 7.000 kandidaat-leraren zijn de resultaten rampzalig. Journalist Marc Van de Looverbosch praat erover met Vlaams volksvertegenwoordiger Mercina Claesen (Vlaams Belang).
Het is om schrik van te krijgen: 1 op de 3 kandidaat-leraren is gebuisd voor wiskunde en bijna de helft voor Frans. En zij moeten dan later les geven aan onze kinderen? Ligt het aan hun vooropleiding of zijn de kandidaten echt dommer geworden? Ook Vlaams volksvertegenwoordiger Mercina Claesen (Vlaams Belang) maakt zich zorgen. Volgens haar is dit alles te wijten aan de zogenaamde pretpedagogie. “Als je als leerkracht kennis moet overdragen, dan moet je die kennis op z’n minst beheersen. Maar ik neem het de studenten zeker niet kwalijk, het ligt aan de pretpedagogie in ons onderwijs. Leerlingen hebben structuur nodig en met de pretpedagogie valt dat weg. In ons onderwijs worden vaak kringgesprekken georganiseerd om te weten hoe je je voelt. ‘Je moet je eerst goed voelen vooraleer je kan beginnen leren’, is het motto. Maar niet alles moet om gevoelens draaien. Gelukkig had ik de nodige ondersteuning bij mij thuis. Van mijn mama moest er eerst gestudeerd worden en pas daarna mochten we spelen. Dat is de normale gang van zaken.”
De starttoetsen werden opgesteld op het niveau van de minimumdoelen in het lager onderwijs. Dat zou parate kennis moeten zijn. Maar liggen de lage scores aan de inhoud van de toetsen of zijn de toetsen niet goed opgesteld? “We hebben hier nog geen inzage in gekregen, dus ik kan hier geen uitspraken over doen”, reageert Claesen. Wie niet geslaagd is voor de starttoetsen moet wel een verplichte remediëring volgen. Voor wie net boven de helft scoort, wordt die remediëring aangeraden. “Een goede zaak”, vindt Claesen in Studio Vlaams Parlement. “Maar onze hogeronderwijsinstellingen moeten zich, naast hun dagelijkse taken, nu ook bezighouden met die remediëring en extra lespakketten. Dit zorgt ook voor meer werkdruk bij onze hogescholen en universiteiten.”
Taalbadklas
Naast de starttoets voor wiskunde en Frans, is er ook een starttoets voor Nederlands. Op deze test werd het best gescoord. 17,72 procent slaagde niet voor de test. “Nog geen drie procent van de studenten die de toets maakten scoort tussen de 85 en 100 procent. Wij hadden nu toch wel meer uitblinkers verwacht”, kaart Claesen aan. “We hebben te kampen met massamigratie en drie uurtjes extra Nederlands voor nieuwkomers in ons onderwijs is absoluut niet genoeg. Zelf heb ik in een school Nederlands gegeven aan een anderstalige leerling. Ook een zorgleerkracht en de turnleerkracht gaven extra lessen Nederlands. Maar dan nog werkte het niet. Leerlingen die een taalachterstand hebben, moeten ondergedompeld worden in een taalbadklas. Door hier niet op in te zetten, ontnemen we de kansen van deze leerlingen om te excelleren in ons onderwijs.”
Exit Wilders
In Nederland stapte Geert Wilders, leider van de PVV, uit de coalitie met VVD, NSC en BBB. De Nederlandse minister-president Dick Schoof kon niet anders dan zijn ontslag aan te bieden bij de koning. Wilders eiste dat het Nederlandse asiel- en migratiebeleid een stuk strenger werd, zo niet zou hij zijn partij uit de regering terugtrekken. En dat gebeurde dus ook. “Wilders wilde realiseren wat hij aan de kiezer had beloofd, maar dat ging niet met deze coalitiepartners”, verdedigt Claesen. “Hij had ook op post kunnen blijven en zijn zakken kunnen vullen, maar dat doet hij niet.”