De rellen en vechtpartijen in Limburg hebben vele mensen gechoqueerd. Een aantal politici van Turkse origine roept op tot kalmte. Ze noemen het provocaties van de terroristische beweging PKK. Turken en Koerden, hoe zit dat precies in mekaar? Marc Van de Looverbosch vraagt het aan Vlaams volksvertegenwoordiger Hilâl Yalçin (cd&v).

Afgelopen week braken er verschillende rellen uit in Limburg. Mensen van Koerdische en Turkse afkomst gingen met elkaar in de clinch. Vlaams volksvertegenwoordiger Hilâl Yalçin (cd&v) vindt het jammer dat Limburg op deze manier in de schijnwerpers komt te staan. “Zondagnamiddag trok een klein konvooi Koerden richting Limburg nadat ze in Kessel-Lo het Koerdische lentefeest hadden gevierd. En daar gingen toch provocaties mee gepaard.” Zo reden de auto’s naar Heusden-Zolder, waar ze met PKK-vlaggen door de Koolmijnlaan reden.

Sinds 1984 vecht de PKK een gewapende strijd tegen de Turkse staat voor culturele en politieke rechten en zelfbeschikking voor de Koerden in Turkije. Vandaag is de PKK verboden in Turkije. Ook de Verenigde Staten en de Europese Unie beschouwen de PKK als een terreurorganisatie. “Ik vind het soms angstaanjagend hoe er gesproken wordt over de PKK. Welk geromantiseerd beeld er soms gecreëerd wordt van deze terreurbeweging. Ik hoop dat onze Staatsveiligheid deze terreurgroep goed monitort.”

Most wanted

Maar hoe gaan we deze problemen dan oplossen? “De PKK wil een eigen staat op het grondgebied van Turkije. Dat zijn problemen die hier niet moeten uitgevochten worden. Alles wat met het buitenland te maken heeft, weg daarmee. Wij leven hier, in Vlaanderen. Onze focus moet hier liggen, op Vlaanderen. Punt”, zegt Yalçin. “Na mijn passage in de plenaire vergadering en hier in Studio Vlaams Parlement zal ik waarschijnlijk op de most wanted list staan van de PKK. Angstaanjagend.”

Lokaal hart

Hilâl Yalçin kwam in juni 2021 in het Vlaams Parlement als opvolger van Lode Ceyssens, die de nieuwe voorzitter van de Boerenbond werd. Maar na drie jaar in het Vlaams Parlement te hebben gezeteld, zegt ze de nationale politiek vaarwel. Haar naam zal niet op de Vlaamse verkiezingslijst staan in juni. “In 2007, toen ik 26 jaar was, mocht ik al in het federale parlement zetelen. Nu op mijn 42ste mocht ik weer van dat bovenlokale proeven. Maar ik ben tot de vaststelling gekomen dat het lokale niveau mij beter ligt. Beringen is waar mijn hart ligt.”