De overheid kan niet rechtstreeks ingrijpen bij de aan- en verkoop van landbouwgrond. Dat heeft Landbouwminister Joke Schauvliege gezegd in het Vlaams Parlement . Ze antwoordde daarmee op enkele vragen over de stijgende prijs van landbouwgronden.

Eind juli stond er een merkwaardig bericht in de kranten, nl. : “Landbouwgrond kwart duurder in vijf jaar”. Afgelopen vijf jaar steeg de prijs van de landbouwgronden met maar liefst 27 procent. Dat blijkt uit een analyse van de Belgische notarisfederatie. Die heeft naar aanleiding van de Landbouwbeurs in Libramont die cijfers en dat rapport bekendgemaakt. “Een belangrijke en fundamentele vaststelling is dat de prijs van landbouwgrond veel sneller stijgt dan de prijs van vastgoed, en wellicht ook nog veel sneller dan de prijs van voedsel zelf. Dat mag ons wel verontrusten”, zegt Bart Caron (Groen).

In de eerste zes maanden van 2018 kostte een perceel landbouwgrond in Vlaanderen afgerond gemiddeld 52.000 euro per hectare. Vijf jaar geleden was dat nog gemiddeld 38.000 euro. Voor Vlaanderen is dat dus een brutoprijstoename van 35 procent. “De waarde van een perceel landbouwgrond wordt door verschillende factoren bepaald. Onder andere de ligging, de omgeving, de bodemstructuur, de kwaliteit van de grond, het al dan niet pachtvrij zijn van de grond spelen een rol”, zegt minister voor Landbouw Joke Schauvliege (CD&V). “Net zoals dat voor andere types gronden of voor gebouwen het geval is, is de grondverkoop in ons land onderhevig aan het marktmechanisme van vraag en aanbod. De stijgende trend op vlak van prijsvorming is dus het gevolg van een toenemende vraag ten opzichte van het beschikbare aanbod. En verkoopovereenkomsten worden gesloten tussen particulieren of bedrijven. Dat is in overeenstemming met het Europees recht. We kunnen dus niet actief ingrijpen, het mag ook niet op basis van de Europese regelgeving inzake het vrije verkeer van kapitaal”.

Studio Commissie, vrijdag 21 september 2018 vanaf 17u30 op vlaamsparlement.tv. Daarna 24u te bekijken in onze nieuwslus.