Stephanie D’Hose, Senaatsvoorzitter en Vlaams volksvertegenwoordiger, maakt na vijf jaar regeringsdeelname van haar partij een rapport. Ze heeft het samen met journalist Marc Van de Looverbosch onder andere over de plannen om de Senaat af te schaffen en over haar partij Open Vld. Waarvan ze vindt dat sommige mannelijke partijgenoten soms te veel haantje-de-voorste willen spelen.

Senaatsvoorzitter Stephanie D’Hose (Open Vld) heeft al enige tijd de ambitie om de Senaat af te schaffen. Maar de plannen lijken maar niet te lukken. Het voorstel om het personeel van de Kamer en de Senaat te fuseren, raakte namelijk moeilijk goedgekeurd. “Ik wil niet gewoon krik krak, het deurtje toe en voilà. Het is een prachtig gebouw dat een andere functie moet krijgen. Maak er bijvoorbeeld een burgerparlement van. Daar ben ik een heel grote voorstander van. Geef het gebouw aan de burgers”, stelt D’Hose voor. “Daarnaast heb je nog al dat personeel. We zijn al teruggeschroefd van 700 naar 140 personeelsleden. En nu hebben we eindelijk een akkoord dat het personeel van de Kamer en de Senaat zal fuseren.”

Het Vlaams Parlement, het Waalse Parlement, het Brussels Parlement, het parlement van de Franse gemeenschap én het parlement van de Duitstalige gemeenschap vaardigen samen 50 parlementsleden af die in de Senaat tien keer per jaar mogen vergaderen. Daarnaast mogen de politieke partijen 10 gecoöpteerde senatoren aanduiden. De gecoöpteerde senatoren krijgen de helft van de wedde van een parlementslid. “Maar daarnaast werken er ook nog eens 100 mensen als politiek personeel. Die dienen ter ondersteuning van de senatoren. In theorie, want in de praktijk wordt dat personeel ook ingezet voor politieke partijen. Dat is een oneigenlijke partijfinanciering. Dat gebeurt hier ook in het Vlaams Parlement. Zo hebben parlementsleden hun persoonlijke medewerker moeten afstaan aan de partij, wat alleen maar zorgt voor meer particratie. Dat zorgt er ook voor dat parlementsleden enkel tandeloze tijgers worden in hun controletaak ten opzichte van de regering.”

Linkse dierenwaanzin

Op vrijdag 6 oktober 2023 stemde de commissie Institutionele Zaken van de Senaat voor het opnemen van Dieren in de Grondwet. Het voorstel werd onder andere mee ingediend door Stephanie D’Hose. Uiteindelijk werd het voorstel tot grondwetswijziging begin mei ook goedgekeurd door de Kamer. Maar niet iedereen was hiermee opgezet. Vooral Vincent Van Quickenborne, partijgenoot van D’Hose, haalde hard uit. “Wij dreigen allemaal de dupe te worden van deze linkse dierenwaanzin”, klonk het. Maar D’Hose bedaart de gemoederen. “Velen hadden een grote angst dat dit verder zou kunnen gaan dan enkel symboliek. Maar die vrees is compleet ongegrond.”

Draagmoederschap

Onlangs heeft Open Vld in de Kamer een wetsvoorstel ingediend om een wettelijk kader te creëren rond draagmoederschap/draagvrouwschap. De bedoeling is om op die manier iedereen die dat wil de mogelijkheid te bieden om zijn of haar kinderwens in vervulling te laten gaan en zowel het kind, de wensouders als de draagmoeder/draagvrouw te beschermen. “Andere partijen, zoals cd&v, doen lacherig over dit voorstel. Dat raakt mij echt persoonlijk. Ik kan geen kinderen krijgen maar was het draagmoederschap wettelijk geregeld, dan was ik vandaag moeder”, zegt D’Hose.

De blauwe horde

Naast Senaatsvoorzitter is D’Hose ook Vlaams volksvertegenwoordiger. Voor haar fractieleider, Willem-Frederik Schiltz, heeft ze alleen maar lof. “Willem-Frederik Schiltz heeft de horde liberalen goed doen samenwerken. Hij heeft dat ook altijd met heel veel stijl gedaan. Ook andere partijen heeft hij altijd met respect behandeld, in tegenstelling tot anderen. Dat is wat mij ook stoort aan de politiek, al dat geroep. Hoe cd&v en N-VA soms als twee kemphanen tegenover elkaar stonden, zoals bij de discussies over de indexering van de kinderbijslag en het stikstofakkoord. Dat was toch niet mooi om aan te zien. Ik ben dan ook trots op mijn partij dat wij steeds achter de schermen getracht hebben een akkoord te vinden.”

Die blauwe bemiddelaarsrol was niet alleen maar terug te vinden in het Vlaams Parlement, maar ook in de Vlaamse Regering. Toch volgens D’Hose. “Somers was de maïzena in de Vlaamse Regering. Hij pakte de zaken goed aan, met humor. Zijn opvolger, Gwendolyn Rutten, pakt dat ook zeer goed aan. Kijk maar naar het stikstofakkoord. Ze was er amper en er was een stikstofakkoord. Het was bijna miraculeus.” Nochtans rommelde het al even bij de liberalen. Nadat Vincent Van Quickenborne zijn ontslag nam als federaal minister van Justitie, zorgde de daaropvolgende aanstelling van Paul Van Tighelt als nieuwe minister van Justitie voor de nodige spanningen binnen Open Vld. Kopstuk Gwendolyn Rutten voelde zich gepasseerd en kondigde haar afscheid aan van de nationale politiek. Maar die frustraties liet ze links liggen voor een ministerpost binnen de Vlaamse Regering. “Die bladzijde is nu omgedraaid”, zegt D’Hose.

Machopartij

Na het schijnvertrek van Gwendolyn Rutten en de niet zo fraaie exit van voormalig staatssecretaris voor Begroting en Consumentenzaken Eva De Bleeker, rees de vraag of Open Vld worstelt met vrouwen aan de macht. “Iedereen die in de politiek zit, heeft een beetje eelt op zijn ziel”, reageert D’Hose. “Ik ga niet onder stoelen of banken steken dat mijn partij soms een mannelijke stijl heeft. Maar zeggen dat er problemen zijn met de vrouwen in de partij vind ik wat te verregaand.”

In het Vlaams Parlement detacheerden dan weer twee liberale vrouwelijke volksvertegenwoordigers zich van de partij, namelijk Sihame El Kaouakibi en Els Ampe. “Het verhaal van Sihame heeft mij persoonlijk geraakt. De politiek heeft al een slecht imago en zij heeft daartoe alleen maar bijgedragen. Terwijl 99 procent van de collega’s allemaal keihard werken”, stelt D’Hose vast. “Els Ampe is een volledig ander verhaal. Zet je je eigenbelang voorop of het algemeen belang van de partij? Els kon die twee niet met elkaar verzoenen en ze is haar eigen weg gegaan. De weg ‘Voor U’, of beter gezegd ‘Voor Haar’.”