Onze gast is Bruno Vanobbergen, de grote baas van het Katholiek Onderwijs Vlaanderen. Tot nu toe heeft hij een goede relatie met minister Demir, die hij betrokken en bevlogen vindt. Maar denken dat de scholen alle maatschappelijke problemen kunnen oplossen, is volgens hem een illusie.
Op 1 augustus 2024 volgde Bruno Vanobbergen Lieven Boeve als directeur-generaal van Katholiek Onderwijs Vlaanderen op. Vanobbergen was 10 jaar lang kinderrechtencommissaris en in 2019 werd hij algemeen directeur van het Vlaams Agentschap Opgroeien. “Mijn hele carrière ben ik bezig geweest met onderwijs, op verschillende fronten. Als kinderrechtencommissaris was ik sterk bezig met inclusief onderwijs en als algemeen directeur van het Vlaams Agentschap Opgroeien was ik bezig met onderwijs-welzijn.”
De kerk speelt nog altijd een rol in het katholiek onderwijs. Zo is Antwerps bisschop Johan Bonny voorzitter van de raad van bestuur. En dat vinden sommigen niet meer van deze tijd. “De christelijke inspiratie waaruit wij ons onderwijs geven, blijft belangrijk. Maar in ons nieuwe plan hebben we ook de ambitie om een nieuwe eigentijdse taal te ontwikkelen”, zegt Vanobbergen. “Vele kinderen die niet katholiek zijn komen naar onze scholen omdat ze het katholiek onderwijs associëren met kwaliteitsvol onderwijs. Wij staan voor een duidelijk verhaal en dat is voor heel veel ouders belangrijk.”
Schaduwminister
Met meer dan 2.400 scholen, 80.000 leerkrachten en 750.000 leerlingen is het katholiek onderwijs de grootste koepelorganisatie in Vlaanderen. Daarom wordt de grote baas van het katholiek onderwijs ook wel de schaduwminister genoemd. “Momenteel is er een goede verstandhouding met Vlaams minister van Onderwijs Zuhal Demir. Ik zie voor mij een minister die zeer betrokken en bevlogen is. Ze reikt ons ook de hand om samen een aantal dingen aan te pakken”, reageert Vanobbergen.
En alle handen zullen nodig zijn als we de tanker willen doen keren in het onderwijs. Want de uitdagingen zijn nog nooit zo groot geweest, zoals het lerarentekort, de dalende onderwijskwaliteit, … “Ons onderwijs vergelijken met een tanker, vind ik steeds een ongelukkige vergelijking. Het is vooral belangrijk dat we een beleid hebben dat aangeeft waar de komende 10 à 15 jaar naartoe willen.”
Inspiratie
De Londense Michaela Community School wordt de strengste school ter wereld genoemd. Samen met minister Demir ging Vanobbergen op bezoek in het Verenigd Koninkrijk. Ze wilden er inspiratie opdoen bij de best presterende scholen. “Het is onmogelijk om het systeem van het Verenigd Koninkrijk te kopiëren binnen de Vlaamse context. Die zijn veel te verschillend. Maar de inspiratie was er wel. Zo wordt er bijvoorbeeld in elke klas een leraar, een assistent-leraar en een leerondersteuner ingezet. Dat moeten we toch bekijken.”
Door opeenvolgende besparingsrondes zijn er 25 procent minder pedagogische begeleiders. En dat brengt volgens Vanobbergen grote gevolgen met zich mee. “Als je wil dat leerkrachten zich dat kenniscurriculum, de didactiek, het klasmanagement eigen maken, dan moet je ze daarin ondersteunen. Als je leerkrachten daar niet in begeleidt dan zal er van die verandering niet veel in huis komen. Je zal de onderwijskwaliteit niet verhogen door iedereen gewoonweg voor de klas te zetten.”
Pretpedagogie
Het lerarentekort blijft een oud zeer. Maar in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel is het echt problematisch. “Slechts 35 procent van onze scholen in Brussel heeft een volledige staf. Dat zorgt voor een enorme druk op de mensen die in de scholen staan. Daarbij zien we ook dat de problemen van onze kinderen en jongeren veel complexer zijn geworden en dat vertaalt zich ook op de klasvloer. We moeten de complexiteit in kaart brengen en bekijken wat er allemaal nodig is. Het gaat om veel meer dan enkel kennis en discipline”, kaart Vanobbergen aan.
De dalende onderwijskwaliteit is volgens sommigen te wijten aan de pretpedagogie, leren moet leuk zijn. Vanobbergen vindt dit een lege uitspraak. “Dat is een mooi bekkend begrip dat niets zegt. Als je aan tien mensen vraagt wat ze onder pretpedagogie verstaan, dan krijg je tien verschillende definities. Het is ook een begrip dat aanzet om mensen tegen elkaar op te zetten. Het heeft geen zin om steeds kennis versus welbevinden te positioneren. Laat ons gewoon inzetten op beiden. Daarom moeten we ook inzetten op meer samenwerking met de domeinen werk en welzijn. Want onderwijs alleen zal niet alle maatschappelijke problemen kunnen oplossen.”
Autonomie personeelsbeleid
Niet alleen hebben scholen het moeilijk met het vinden van voldoende gekwalificeerde leerkrachten, ook veel schooldirecteurs haken af. Zo is het personeelsverloop bij schooldirecteurs in 3 jaar tijd met ruim de helft gestegen. “Vorig schooljaar alleen al hadden we 1999 schooldirecties die veranderd zijn van post of functie. Er ligt een te grote werkdruk op onze directies. Ze moeten te veel combineren. Ze zijn bijvoorbeeld bezig met het pedagogische verhaal, maar ook met de infrastructuur, het personeelstekort, enz. We moeten onze directies beter ondersteunen en ze meer autonomie geven op vlak van personeelsbeleid. Onze directies zouden meer vertrouwen moeten krijgen. Laat ze zelf beslissen waarvoor ze de middelen inzetten”, aldus Vanobbergen in Het Gesprek.