Bij het maken van een studiekeuze kiest 80 procent van de leerlingen in het eerste jaar van het middelbaar onderwijs voor de optie Latijn of moderne wetenschappen. De weinige leerlingen die kiezen voor een technische opleiding voelen dat daarenboven ook nog aan als een mislukking. Dat blijkt uit een grootschalige studie over de overgang van het lager naar het middelbaar onderwijs. De resultaten van het onderzoek worden in het Vlaams Parlement besproken in het bijzijn van onderzoeker Simon Boone.
De overgang van basis- naar secundair onderwijs is een eerste belangrijk scharnierpunt in de schoolloopbaan van jongeren. Niet alleen moeten leerlingen samen met hun ouders een keuze maken voor een school, vaak dient ook al een keuze te worden gemaakt voor een pakket van optie-uren die bepalend kunnen zijn voor de verdere keuzemogelijkheden van het kind. Uit het grootschalige Transbaso-onderzoeksproject van de UGent, de VUB, de U Antwerpen, de AP Hogeschool en de HO Gent blijkt dat leerlingen vinden dat Latijn of wetenschappen de beste studiekeuze is. Ze laten zich hierdoor vaak beïnvloeden door hun ouders of door hun punten voor de vakken wiskunde en Nederlands.
Maar dit blijkt niet altijd een goed idee te zijn. “Het probleem is dat kinderen niet kiezen op basis van interesses, maar enkel op basis van de status van een bepaalde richting“, zegt professor Piet Van Avermaet (UGent) aan VRT Nieuws. “In bepaalde gevallen worden er door kinderen studiekeuzes gemaakt waar ze niet 100% voor gemotiveerd zijn. Later merken ze dan dat hun interesses toch ergens anders liggen”. Zo voelen ze zich mislukt en raken ze de school beu. De onderzoekers willen dat de leerkrachten en scholen een actieve rol gaan spelen bij de keuze.
Studio Commissie, woensdag 4 april vanaf 18u op vlaamsparlement.tv. Daarna doorlopend te bekijken in onze nieuwslus.