De financiële gevolgen van de betonstop
Wie zijn of haar bouwgrond omgezet ziet in natuur- of landbouwgrond, krijgt een hogere vergoeding. Met die regeling wil de Vlaamse regering tegemoet komen aan de financiële gevolgen van het aankomende beleidsplan Ruimte Vlaanderen, de betonstop in de volksmond. Maar in het Vlaams Parlement maakt men zich zorgen over het kostenplaatje dat dat plan zal meebrengen voor de steden en gemeenten.

Almaar meer percelen raken bedolven onder het beton, waardoor het water niet meer kan doordringen in de ondergrond. Dat heeft als gevolg dat het meer in rioleringen en beken terechtkomt. Een betonstop is dus nodig. Minister van Leefmilieu, Joke Schauvliege (CD&V), besloot daarom dat er tegen 2040 geen open ruimte meer verloren mag gaan. Als gevolg hiervan zullen slecht gelegen bouwgronden een nieuwe bestemming krijgen, bijvoorbeeld natuur- of landbouwgebied. Maar daar wringt het schoentje. De schadevergoedingen aan de gedupeerde eigenaars zouden onbetaalbaar zijn. Zeker omdat Schauvliege de vergoedingen per dossier wil optrekken tot de volledige actuele waarde. Steden vrezen dat ze met onbetaalbare vergoedingen zullen worden opgezadeld om iedereen correct te vergoeden.

Minister Schauvliege zegt dat ze begrip heeft voor de bezorgdheden van de lokale besturen, maar ze wil ook de doelstellingen van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen realiseren. “Om de resterende open ruimte zo veel mogelijk te beschermen en om in een faire vergoeding voor de eigenaars te voorzien, moeten we keuzes maken. Ik denk dat heel wat lokale besturen er volledig van overtuigd zijn dat ze zelf een grote verantwoordelijkheid krijgen. Dat ze zelf duidelijke stedenbouwkundige en planologische keuzes kunnen maken. Ze zijn bereid die keuzes te maken en er de consequenties van te dragen. Iedereen, ook de Vlaamse overheid, zal zijn of haar verantwoordelijkheid nemen”, aldus Schauvliege.

Studio Commissie, zondag 13 mei 2018 vanaf 18u op vlaamsparlement.tv. Daarna 24u te bekijken in onze nieuwslus.