Landbouweconome Tessa Avermaete vindt dat de Vlaamse Regering er een potje van gemaakt heeft op het vlak van landbouwbeleid. “Er is een gebrek aan politieke moed”, klinkt het. In Het Gesprek legt Avermaete uit waarom.

De boerenprotesten houden aan in Brussel. Landbouworganisaties zijn niet te spreken over de strenge Europese milieuregels en lage aankoopprijzen. Ze eisen meer rechtszekerheid en willen dat het overaanbod aan regeltjes wordt afgevoerd. “Maar nog steeds is er geen sluitend akkoord. Er is geen toekomstperspectief”, zegt Tessa Avermaete, landbouweconome aan de KU Leuven. Net voor het krokusreces sloot de Vlaamse Regering een boerenpact met de landbouworganisaties. Een lijst van beloftes, werkgroepen en onderzoeken die de onrust onder Vlaamse landbouwers moet doen uitdoven. “Er is een klein stukje opgelost om de Vlaamse landbouwers gerust te stellen maar een echt akkoord, een toekomstvisie op landbouw, is er niet.”

Verpaarding

Cd&v-voorzitter Sammy Mahdi beweert dat de landbouwsector te vaak het slachtoffer is van het opkopen van grond voor natuurbescherming. Doordat bijvoorbeeld Natuurpunt landbouwgronden opkoopt, worden de prijzen van de gronden de hoogte ingejaagd. Volgens Avermaete is dit slechts een klein deel van het probleem. “Voor 1 hectare landbouwgrond betaal je al makkelijk 60.000 euro. Als je als jonge starter 10 hectare wil kopen, dan is dat meteen een enorm bedrag. En dan ben je nog niet zeker of wat je wilt telen ook effectief zal groeien en winstgevend zal zijn. Als je familie geen landbouwgronden heeft, is het bijna onmogelijk om eraan te beginnen. Het is geen onbenullig stukje in dat landbouwakkoord, maar daarmee gaan we de grote problemen niet oplossen.”

Momenteel wordt de helft van Vlaanderen gebruikt voor landbouw. Terwijl het aantal landbouwbedrijven in Vlaanderen op twintig jaar is gehalveerd, is het percentage landbouwgrond niet in die mate gedaald. “Op dit moment wordt 75 procent van onze landbouwgrond gebruikt voor veevoeders of alles wat te maken heeft met onze veehouderij. Voor verpaarding (het proces waarbij het grondgebruik verandert van landbouwproductie naar paardenhouderij, n.v.d.r.) gebruiken we ongeveer 35.000 hectare van de 680.000 hectare landbouwgrond in Vlaanderen. Die verpaarding is dus een knelpunt, maar we zouden misschien eerder moeten kijken naar de grote problemen. Want door die kleine stukjes afzonderlijk te gaan oplossen gaan we er niet geraken”, stelt Avermaete in Het Gesprek.

Ongezond groot

Avermaete hekelt het feit dat er geen beleid is dat de gigantische uitdagingen van ons landbouw- en voedselsysteem in zijn totaliteit aanpakt. “Er is geen gedragen toekomstvisie om die land- en tuinbouw in een bepaalde richting te sturen. De land- en tuinbouwers zijn op dit moment niet opgelucht. Want wat als na 9 juni de Vlaamse Regering er plots heel wat anders gaat uitzien?”

Europa wil dat de lidstaten overschakelen naar een milieu-, klimaat- en natuurvriendelijke landbouw. In Vlaanderen kan dit volgens Avermaete alleen als de veestapel afgebouwd wordt. “Die intensieve veehouderij is enorm productief en efficiënt maar ecologisch niet duurzaam. Onze veehouderij is ongezond groot en afhankelijk van de soja-import. Maar die intensieve veehouderijen worden in stand gehouden door het beleid. Ik ken weinig boeren die graag meer vee willen. Ze moeten meer dieren hebben omdat het anders economisch niet rendabel is. Op dit moment hangt de volledige veehouderijsector in Vlaanderen aan een infuus. Er is een gebrek aan politieke moed.”

Gezond boerenverstand

Het huidige landbouwmodel botst op zijn limieten. De boeren vragen om een eerlijkere verloning, maar zijn daarmee de problemen opgelost? “De prijzen in de supermarkt voor vlees reflecteren helemaal niet de kostprijs. Noch de economische kostprijs, daar kan de boer niet van leven, noch de ecologische kostprijs. Promoties voor vlees zijn absoluut niet meer van deze tijd. Als consument gaan we ons ook moeten aanpassen”, zegt Avermaete.

Avermaete vindt vooral dat de Belg gezonder moet gaan eten. In ons land kampt bijna één op de vier kinderen met overgewicht, bij volwassenen piekt dat cijfer zelfs tot 60 procent. Dat blijkt uit een nieuw rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). “Onze gezondheidszorg betaalt momenteel miljoenen aan voedingsgerelateerde ziektes. Als we dit preventief zouden aanpakken, dan gaat die kost ook naar beneden. We moeten ons gezond boerenverstand gebruiken.”