Volgens Vlaams minister-president Geert Bourgeois (N-VA) heeft de recente uitspraak van het Europees Hof van Justitie over de bescherming van investeringen tussen EU-lidstaten geen impact op akkoorden zoals CETA. De uitspraak van het Hof van Justitie gaat over een akkoord tussen Nederland en Slovakije. Bourgeois verwijt de oppositie dat het in alles een mogelijk verzet ziet tegen handelsakkoorden zoals CETA.
Op 06 maart 2018 deed het Europees Hof van Justitie een belangrijke uitspraak over de bescherming van investeringen tussen lidstaten van de EU. Naar aanleiding van een arbitragebeding tussen Nederland en Slowakije, oordeelt het Europees Hof van Justitie dat er in akkoorden tussen EU-lidstaten geen sprake kan zijn van bilaterale privé-arbitrage omdat dit strijdig is met het Unieverdrag. Het systeem is niet uniek, in de Europese Unie zijn 196 soortgelijke bilaterale investeringsverdragen tussen de lidstaten van kracht. Dit arrest zou bijvoorbeeld gevolgen kunnen hebben voor het CETA-akkoord, het vrijhandelsakkoord tussen de EU en Canada. “Het nieuwe systeem komt niet tegemoet aan de fundamentele kritiek die nu ook het Hof heeft uitgesproken: er mag geen parallel rechtssysteem zijn ten dienste van multinationals”, zegt Güler Turan (sp.a) aan VRT Nieuws.
Vlaams minister-president Geert Bourgeois (N-VA) repliceert dat dit arrest geen betrekking heeft op de verdragen tussen de EU of EU-lidstaten en derde landen zoals bij CETA. “Dit is uitgebalanceerd, dit is fair, dit is correct. Dit is met een partner die wij mogen vertrouwen en die ook de leiding genomen heeft om rond de Pacific opnieuw tot een akkoord te komen. Wij gaan in Vlaanderen in alle geval volop voor de uitvoering van dit CETA-akkoord”, aldus Bourgeois. De Vlaamse regering keurde het CETA-verdrag vorige week definitief goed. De minister-president wil het verdrag nu zo snel mogelijk naar het parlement brengen.
De Koepelzaal, zaterdag 10 maart 2018 vanaf 18u op vlaamsparlement.tv. Daarna doorlopend te bekijken in onze nieuwslus.