sociale woningen
Sinds 1 januari 2020 geldt de nieuwe huurprijsberekening voor sociale woningen. Er wordt nu onder andere rekening gehouden met inkomsten van alle gezinsleden en niet meer met een minimaal inkomen. Over deze nieuwe berekening maakte het agentschap Wonen-Vlaanderen een analyserapport. Tijdens een gedachtewisseling leggen de parlementsleden hun bedenkingen voor aan minister Matthias Diependaele en Dominique Van Hollebeeke van het agentschap zelf.

Op 1 januari 2020 pasten de sociale huisvestingsmaatschappijen hun huurprijzen aan. Zo wordt er rekening gehouden met de volgende elementen:

  • er wordt voortaan rekening gehouden met de inkomsten van alle gezinsleden, met uitzondering van de kinderbijslaggerechtigde kinderen,
  • de inkomensdefinitie wordt geactualiseerd zodat duidelijk is welke inkomsten worden meegerekend en welke niet,
  • men houdt geen rekening meer met een minimaal inkomen,
  • er wordt een energiecorrectie ingevoerd dat een toeslag vastlegt voor woningen die energetisch beter presteren, en
  • de marktwaarde wordt voortaan berekend aan de hand van een objectief schattingsmodel.

Maar deze nieuwe parameters rond de aanpassing van de sociale huurprijzen zorgden voor veel ophef. Volgens een studie van PVDA zouden drie op de vier sociale huurders sinds 1 januari veel meer betalen voor een sociale woning. “Waar wacht deze regering op om maatregelen te nemen?”, vroeg Tom De Meester (PVDA). Daaropvolgend startte Vlaams minister van Wonen Matthias Diependaele (N-VA) een evaluatie op over het effect van die actualisatie. “Daaruit blijkt dat de impact van onze maatregel zorgt voor een gemiddelde huurprijswijziging van 11,50 euro per maand. Tellen we daar de gebruikelijke wijzigingen bij op, zoals o.a. indexering, dan betaalt een sociale huurder in 2020 gemiddeld 26,50 euro per maand meer”, laat minister Diependaele weten.

Sociale huurprijzen

Volgens het rapport van Wonen-Vlaanderen stijgt 59% van de sociale huurprijzen. Het gros van deze stijging (32 procentpunt) ligt binnen het interval 0 en 24,99 euro. In 18%-punt van de gevallen gaat het om een stijging tussen 25 en 49,99 euro. Het aandeel stijgingen tussen 50 – 74,99 euro en meer dan 75 euro bedragen respectievelijk 5%-punt en 4%-punt.

Er zijn ook huurders die hun sociale huurprijs zien dalen. Dat is in 34% van de nieuwe berekeningen het geval. Ook daar ziet het gros van de huurders (25 procentpunt) hun huurprijs dalen binnen het interval 0 en 24,99 euro. In 7%-punt van de gevallen gaat het om een daling tussen 25 en 49,99 euro. En 2%-punt van de huurders krijgt een daling van meer dan 50 euro.

Tot slot blijft in 7% van de gevallen de sociale huurprijs gelijk. Deze huurders ondervinden met andere woorden geen effect van de nieuwe berekeningswijze.

Kritiek

Voor de sp.a-fractie mag er niet worden geraakt aan die betaalbaarheid; dat is essentieel. “Naast werk is een sociale woning ook de beste garantie om uit de armoedestatistieken te geraken, maar ook om eruit te blijven”, zegt Maxim Veys (sp.a). “Zo zou men het armoederisico met 40 procent kunnen verlagen, wat ongelooflijk veel is”. An Moerenhout (Groen) heeft dan weer kritiek op het feit “dat al die parameters van de ene dag op de andere zijn veranderd en dat ze allemaal samen zijn veranderd, zodat er geen duidelijk inzicht is in wat die verhoging mee heeft veroorzaakt”. Ze betreurt het dat men dit niet gefaseerd heeft ingevoerd.

Het volledige verslag kan u hier terugvinden.

Lees ook: De huurprijs van een sociale huurwoning

Lees ook: Sociale huurprijs actualiseert in 2020 met 11,50 euro per maand

Studio Commissie, woensdag 12 augustus 2020 vanaf 17u op vlaamsparlement.tv. Stem af op Telenet (kanaal 42), Orange (kanaal 80) of Proximus TV (kanaal 175). Daarna 24u te bekijken in onze nieuwslus.