Het blijft op vandaag nog steeds wachten tot die bus van De Lijn komt. Wie zich daar ook enorm over kan opwinden is Vlaams volksvertegenwoordiger Sarah T’Joens (Vlaams Belang). Als ex-werknemer kent ze de situatie bij de De Lijn persoonlijk bijzonder goed. Ondanks alle kritiek blijft T’Joens een vurig verdediger van het openbaar vervoer.
Drie jaar geleden zette Sarah T’Joens uit Wervik haar eerste stapjes in de politiek. Na de nationale verkiezingen van 9 juni werd ze verkozen als volksvertegenwoordiger in het Vlaams Parlement. Ze zal zich vooral inzetten in de commissie voor Mobiliteit, want openbaarvervoermaatschappij De Lijn ligt haar na aan het hart. “Ik heb zelf een tijdje bij De Lijn gewerkt, dus ik ken heel veel mensen op de werkvloer. Daarnaast neem ik ook vaak de bus. Ik ondervind aan den lijve de achteruitgang van ons openbaar vervoer.”
Het nieuwe vervoersplan van De Lijn zorgde deze zomer nog voor grote problemen. De situatie nu is helaas niet veel beter geworden. Opnieuw moet de openbaarvervoermaatschappij honderden ritten schrappen enerzijds omdat er nog altijd niet genoeg chauffeurs zijn en anderzijds door een verouderd bussenpark. “Daarnaast is er ook niet genoeg technisch personeel om de verouderde bussen rijdende te houden. Maar ook aan de nieuwe elektrische bussen is er heel wat sleutelwerk nodig”, stelt T’Joens in Studio Vlaams Parlement vast. “De elektrische bussen brengen ook andere problemen met zich mee. Zo moeten de stelplaatsen groter worden gemaakt, omdat elektrische bussen niet te dicht bij elkaar mogen staan omwille van de brandveiligheid.”
Te streng?
Vlaams minister van Mobiliteit Annick De Ridder (N-VA) kaart aan dat van de 5.149 sollicitanten voor de functie van chauffeur er amper een op de acht effectief aangeworven werd. Worden de chauffeurs te streng beoordeeld? “Je kan nooit te streng zijn”, zegt T’Joens. “We moeten verder gaan met kwalitatief personeel. Er zou vooral meer ingezet moeten worden op extra opleidingen of ondersteuning. We moeten deze mensen proberen te houden en verder begeleiden, zodat ze misschien wat later bij De Lijn kunnen gaan werken.”
T’Joens kaart ook aan dat de Vlaamse Regering veel meer middelen had moeten vrijmaken om het plan ‘Basisbereikbaarheid’ uit te rollen. “Want wie is hier nu de dupe van? Het personeel van De Lijn, maar ook alle reizigers en vooral de mensen uit de lagere sociale klasse, want zij hebben vaak geen ander alternatief dan het openbaar vervoer.”