De faciliteitengemeenten, een spook uit de kerkers van de Wetstraat dat af en toe weer opduikt. Want voor de lokale verkiezingen van volgend jaar moeten er uitnodigingsbrieven worden gestuurd in het Nederlands, of mag dat ook in het Frans? Journalist Marc Van de Looverbosch vraagt het aan Vlaams volksvertegenwoordiger en burgemeester van Opwijk, Inez De Coninck (N-VA).
Vlaams volksvertegenwoordiger Inez De Coninck (N-VA) is ook burgemeester van Opwijk, een buurgemeente van de faciliteitengemeenten rond Brussel waar Franstalige inwoners bepaalde faciliteiten krijgen. Zo mogen ze vragen of de gemeentelijke overheid met hen in het Frans communiceert. Maar dat ligt heel gevoelig. “In Vlaanderen zijn er zes faciliteitengemeenten rond Brussel en deze geven, zoals het woord het zegt, bepaalde faciliteiten aan de Franstalige inwoners. Zo kunnen de burgers vragen dat ze vanuit de gemeente bediend worden in het Frans. Maar de communicatie moet vanuit deze lokale besturen steeds in het Nederlands gebeuren, pas als de burger vraagt om de taal aan te passen naar het Frans mag dit.”
Burgers van de faciliteitengemeenten die bijvoorbeeld hun uitnodigingsbrief voor de lokale verkiezingen in het Frans willen krijgen, moeten dit registreren bij de gemeente. Maar deze registratie moet bij elke verkiezing opnieuw gebeuren. Franstaligen spreken over pesterijen. “Dit is in het leven geroepen om de Franstaligen wat te ontmoedigen. De bedoeling was dat ze zich zouden aanpassen en de Nederlandse taal leren”, vertelt De Coninck in Studio Vlaams Parlement.
Franstalige campagne
Volgens De Coninck zijn de faciliteitengemeenten rond Brussel een strop om de nek geworden. “Ze belemmeren goed bestuur. Zo kunnen de faciliteitengemeenten bijvoorbeeld niet fuseren. Liefst van al zou ik willen dat men ze afschaft”, klinkt het.
De Coninck hekelt ook het feit dat viceminister-president Gwendolyn Rutten (Open Vld) bij de vorige verkiezingen campagne heeft gevoerd in het Frans in Vlaams-Brabant. Ze hoopt dat Rutten, nu als Vlaamse staatsvrouw, dit bij de komende verkiezingen achterwege laat. “De minister heeft mij laten weten dat niets haar verbiedt om ook in 2024 opnieuw campagne te voeren in het Frans. Maar van een Vlaams viceminister-president en minister van Binnenlands Bestuur, die er moet op toezien dat men de taalwetgeving respecteert, had ik wel meer verwacht. Dat wringt toch.”