1 op 7 vrouwen in België werd het afgelopen jaar slachtoffer van partnergeweld. Wat kan de politiek doen om hier iets aan te veranderen? Marc Van de Looverbosch praat daarover met Lise Vandecasteele, Vlaams Parlementslid voor PVDA.

Femicide of haatmisdrijven met geweld tegen vrouwen. De meeste van die gewelddadige misdrijven doen zich voor binnen gezinnen. Intrafamiliaal geweld kwam de voorbije weken jammer genoeg opnieuw een aantal keer in de actualiteit.  Dit jaar alleen al zijn 22 vrouwen omgekomen als gevolg van femicide. “Als huisarts kom ik vaak in aanraking met vrouwen die slachtoffer zijn van intrafamiliaal geweld. De stap om daarover te praten met je huisarts is al groot, laat staan om aangifte te doen bij de politie. Vaak zetten vrouwen pas de stap na 35 geweldplegingen. Dus we zien slechts het topje van de ijsberg”, ondervindt Vlaams volksvertegenwoordiger en huisarts Lise Vandecasteele (PVDA).

Volgens Vandecasteele zouden veel vrouwen die slachtoffer zijn van intrafamiliaal geweld zich niet gehoord voelen door de politie. “Een van de belangrijke aspecten die moet gebeuren in de strijd tegen geweld op vrouwen, is die politiediensten bijscholen in hoe omgaan met geweld.”

Uithuiszetting

Het belangrijkste antwoord op intrafamiliaal geweld is de uithuiszetting. De dader dus fysiek verwijderen van het slachtoffer. Dat zegt Vlaams minister van Justitie en Handhaving Zuhal Demir (N-VA) in het Vlaams Parlement. “Er is vroeger altijd veel te veel gefocust op het slachtoffer. Wat goed is, maar de dader moet ook aangepakt worden. De vrouw kan wel vluchten uit huis, maar dat is niet echt logisch. De dader moet, zoals de minister het aangeeft, uit het huis gezet worden”, aldus Vandecasteele.