Het Vlaams Parlement schaft haar omstreden pensioenregeling af. Vlaams volksvertegenwoordiger Jos D’Haese (PVDA) merkte op dat Vlaamse volksvertegenwoordigers heel wat meer dan het maximumpensioen kunnen krijgen. “Onbegrijpelijk”, klinkt het. In Studio Vlaams Parlement legt Filip Dewinter (Vlaams Belang) uit hoe dit tot stand is kunnen komen.

Onlangs kwam aan licht dat er een regeling bestaat waardoor Vlaamse en federale volksvertegenwoordigers het maximumpensioen toch kunnen overschrijden. In principe mag volgens de wet Wijninckx niemand meer dan 7800 euro bruto/maand pensioen krijgen, welke vergoedingen ze ook cumuleren. Maar nu blijkt dat er een hele tijd geleden een regeling goedgekeurd is waardoor het pensioen van parlementsleden tot 20 procent hoger kan liggen dan het wettelijke maximum. “Ik begrijp dat dit moreel onaanvaardbaar is, maar het staat in de federale wetgeving, de pensioenwetgeving. Het is een amendement dat in 2003 werd ingediend door toenmalig minister van Pensioenen Frank Vandenbroucke”, kaart Vlaams volksvertegenwoordiger Filip Dewinter (Vlaams Belang) in Studio Vlaams Parlement aan.

Het Uitgebreid Bureau besliste op woensdag 19 april zeer snel om dat beruchte tweede lid van artikel 12 met onmiddellijke ingang te schrappen uit het reglement van de VZW ‘Pensioenen van de Vlaamse volksvertegenwoordigers’. Maar volgens Dewinter is hiermee de zaak niet opgelost. “Als de federale pensioenwet niet wordt aangepast, dan zal de schrapping van artikel 12 niet standhouden voor de rechtbank. Het is een symbolische daad, maar de ‘extra’ betalingen zullen wel niet meer uitgevoerd worden. Wanneer er een vonnis volgt van de rechtbank, dan zal het Parlement die extra twintig procent verplicht moeten betalen aan de naar schatting 15 rechthebbenden.”

Kat bij de melk

Volgens Dewinter is er nood aan een onafhankelijk orgaan buiten het parlement, dat de regelgeving organiseert en erop toeziet. “Als parlementsleden zelf hun pensioenen, uittredingsvergoeding, enzovoort moeten regelen dan is het helaas menselijk dat er misbruiken ontstaan. Dat is de kat bij de melk zetten. Er is dus nood aan een onafhankelijk instituut maar we moeten er ook vooral voor zorgen dat we minder parlementsleden hebben.”