Na de aanhoudende berichten over de wantoestanden in de kinderopvang moest Katrien Verhegge in november ’22 haar functie als administrateur-generaal van het Agentschap Opgroeien naast zich neerleggen. Ex-kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen kwam aan het roer te staan. Wat is er ondertussen veranderd? Wat mogen we nog meer verwachten? Hij praat erover met Marc Van de Looverbosch in Het Gesprek.
De crisis in de kinderopvang blijft maar voort etteren. De horrorverhalen, de verplichte sluitingen, het plaatstekort, het personeelstekort,… De drama’s zorgen voor een ongeziene crisis in de sector. “Door die constante maatschappelijke en politieke aandacht ontstond er ook een handelingsonzekerheid op het Agentschap Opgroeien. Mensen raakten verlamd. Op alles wat wij deden, kwam er kritiek. Je mag zeker de impact daarvan niet onderschatten”, stelt Bruno Vanobbergen, waarnemend administrateur-generaal van het Agentschap Opgroeien, vast. “Mijn eerste opdracht was vooral de rust terugbrengen, zowel intern als extern.”
In 2019 werd het Agentschap Opgroeien opgericht. Het bundelt de krachten van Kind en Gezin, Jeugdhulp en een deel van het aanbod van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH). Hun missie is om het recht op kansrijk opgroeien te realiseren voor elk kind en elke jongere in Vlaanderen en Brussel. “Tussen 0 en 25 jaar gebeurt er ontzettend veel. Kinderen, jongeren, gezinnen en ouders, maar ook professionals lopen verloren in dat landschap. Door één groot agentschap te maken, zet je heel sterk in op geïntegreerd werken”, zegt Vanobbergen in Het Gesprek.
Probleemoplosser
Als kinderrechtencommissaris kaartte Bruno Vanobbergen de problemen aan, maar als administrateur-generaal van het Agentschap Opgroeien moet hij de problemen oplossen. “Daarom dat ik ook vier jaar geleden die sprong heb gemaakt. Na tien jaar de problemen aangekaart te hebben, wou ik nu mee aan het roer staan om de problemen op te lossen.” Ondertussen zijn er volgens Vanobbergen heel wat stappen ondernomen om de werking van het Agentschap te verbeteren. “Vroeger werd er vooral gekeken vanuit een juridische bril, nu kijkt men vooral door de bril van het voorzorgsprincipe. De veiligheid en de integriteit van de betrokken kinderen is nu het startpunt. Dat is een breuk met het verleden. Van zodra we het gevoel hebben dat er echt gevaar dreigt, grijpen we meteen in.”
Maar hoe wordt bepaald of een situatie al dan niet gevaarlijk is? Worden sommige kinderopvangverblijven niet onterecht beschuldigd? “Het is een leerproces. Maar ik vind dat we op zeer korte tijd kordaat en goed ingrijpen. Bij een melding van een potentiële gevaarsituatie gaan we met de organisator van het kinderdagverblijf in gesprek. Als dat ons nog niet overtuigd heeft, dan gaan we meteen tot actie over door bijvoorbeeld een schorsing.”