Jeremie Vaneeckhout
Het Ventilusdossier zorgt voor hoogspanning binnen de coalitiepartijen. Open Vld en N-VA willen zo snel mogelijk de knoop doorhakken en werk maken van een bovengrondse kabel. Maar cd&v zit met gemengde gevoelens.  De West-Vlaamse burgemeesters zijn namelijk gekant tegen de komst van een bovengronds tracé. Hoe moet het nu verder? Volgens Jeremie Vaneeckhout, Vlaams volksvertegenwoordiger en voorzitter van Groen, is er maar één oplossing, namelijk bovengronds.

Het nieuwe Ventilus-rapport van de Duitse expert professor Westermann bevestigt de eerdere wetenschappelijke analyses: enkel een bovengrondse hoogspanningslijn is haalbaar. De Ventilus-hoogspanningslijn is nodig om de elektriciteit van windparken op zee aan land te brengen. Door lokaal verzet van burgerbewegingen en lokale besturen, waaronder enkele van regeringspartij cd&v, werd een nieuw onderzoek gevraagd. Ze vrezen voor de gezondheidsrisico’s die zo’n bovengrondse kabel met zich meebrengt. Zo zou er een statistisch verband zijn aangetoond tussen langdurige blootstelling aan elektromagnetische straling afkomstig van hoogspanningskabels en kinderleukemie.

“Wij gaan nooit spelen met de volksgezondheid”, zegt Jeremie Vaneeckhout, Vlaams volksvertegenwoordiger en voorzitter van Groen. “Maar op dit moment is er geen causaal verband aangetoond. Wij zeggen wel dat als mensen of bedrijven moeten verhuizen ze hiervoor ruimschoots gecompenseerd moeten worden. Moesten we de kabel ondergronds kunnen steken, zouden we dat doen. Maar met de huidige technologie is het niet mogelijk.”

Politieke spelletjes?

Federaal minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen) voerde in de zomer de druk op de Vlaamse regering op. “Zonder Ventilus is onze bevoorrading niet verzekerd”, klonk het. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Vaneeckhout vanuit de oppositiebanken in het Vlaams Parlement zijn minister en dus ook de keuze van Vlaams minister van Energie Zuhal Demir (N-VA) steunt. “Alle experts komen tot dezelfde wetenschappelijke conclusie. Ik baseer mij dus enkel op de wetenschap en niet op een eigen politieke strategie.”