Leerlingen die niet naar school gaan omwille van religieuze feestdagen zijn nooit onwettig afwezig. Minister van Onderwijs Hilde Crevits is daarover zeer duidelijk in het Vlaams Parlement. Koen Daniëls (N-VA) maakt zich echter zorgen dat die regel misbruikt zal worden om extra vakantiedagen te kunnen krijgen.
In scholen waar een keuzevrijheid rond de cursus godsdienst/niet-confessionele zedenleer bestaat mogen leerlingen gewettigd afwezig zijn op feestdagen van hun levensbeschouwing. Dat geldt voor alle door de Belgische grondwet erkende levensbeschouwelijke overtuigingen. De desbetreffende afwezigheden moeten vooraf door de ouder(s) of de meerderjarige leerling gemeld worden aan de school. “Deze bepaling komt erop neer dat de ouders van een leerling van het officieel onderwijs die er vanuit zijn geloofsovertuiging voor heeft gekozen het vak katholieke godsdienst te volgen in theorie twee dagen vrijaf kan vragen voor het Loofhuttenfeest van de joodse religie. Een religie waarvoor hij niet heeft gekozen”, zegt Koen Daniëls (N-VA).
Daniëls pleit er dan ook voor om die regelgeving aan te passen zodat men enkel gewettigd afwezig kan zijn op feestdagen van die religie die men gekozen heeft in het officieel onderwijs. En waarvan men ook effectief de lessen bijwoont. “Dat staat in grote spanning met artikel 19 van de Grondwet, waarin staat dat een persoon meer dan één levensbeschouwing kan aanhangen”, reageert minister voor Onderwijs Hilde Crevits (CD&V). “Een kind kan ouders hebben die elk een andere levensbeschouwing aanhangen en het kind dus opvoeden naar deze twee levensbeschouwingen. En wat doe je dan? Het is dan de feestdag van de mama of de feestdag van de papa. Je zit daar ook wat mee gewrongen”. De administratie van de minister zal nu nagaan of de regel vaak misbruikt wordt om extra vakantiedagen te krijgen.
Studio Commissie (herhaling), maandag 1 oktober 2018 vanaf 18u op vlaamsparlement.tv. Daarna 24u te bekijken in onze nieuwslus.